In memoriam

De Regenboogbrug is voor veel huisdierliefhebbers een bekend begrip. Het verhaal vertelt over een weelderige groene weide “aan deze kant van de hemel” (dus voordat je de hemel binnengaat). Volgens het verhaal gaat een huisdier, wanneer het sterft, naar de weide en krijgt daar weer een perfecte gezondheid. Het huisdier rent en speelt de hele dag met de andere dieren. Er is altijd vers voedsel en water, en de zon schijnt altijd. Maar er wordt ook gezegd dat terwijl het huisdier er gelukkig is, ze hun eigenaar missen die ze op Aarde hebben achtergelaten.
Als hun baasje sterft, komt die ook bij de weide aan, en dat is wanneer het huisdier stopt met spelen, zich omdraait, aan de lucht snuffelt en in de verte kijkt waar ze hun geliefde baasje zien. Opgewonden rennen ze zo snel als ze kunnen naar hun baasje toe, en huisdier en baasje begroeten elkaar enthousiast. Vervolgens steken huisdier en baasje samen de Regenboogbrug over naar de hemel, om nooit meer gescheiden te worden.
En die weide, dat is waar ons Hondje nu is. We hebben hem in moeten laten slapen. Zijn lijfje was op, de ongemakken stonden de kwaliteit van leven in de weg. En hij gaf ook zelf duidelijk aan dat hij er geen zin meer in had.
Wat is er gebeurd?
Vanaf medio 2022 ging het minder goed met Hondje. Ouder worden viel hem zwaar. Hij wilde nog graag, was dol op wandelen en spelen, maar zijn lijfje wilde niet meer. Dat vond hij best wel lastig. Als hij probeerde op de bank te springen, en het lukte niet, dan keek hij vol verbazing om naar zijn eigen achterlijf. Alsof hij wilde zeggen ‘kom op nou!’.
Een maandelijkse injectie met het medicijn Librela had gelukkig wel een positief effect. Hij dribbelde weer vrolijk rond en klom zelfs weer zelfstandig de trap op en af. De bank en het bed bleven onneembare vestingen, maar met twee hondentrapjes losten we dat probleem ook op.
Geestelijk ging hij wel steeds verder achteruit. De ouderdomsdementie kreeg steeds meer vat op hem. Steeds vaker keek hij ‘s ochtends na het ontwaken verdwaasd om zich heen. Alsof hij niet wist waar hij was en wie wij waren. Als we hem dan even knuffelden, en hij aan ons kon ruiken, dan merkte je na een paar minuten dat hij het wel weer ontdekte. En stond hij oprecht blij te kwispelen alsof hij ons heel lang niet gezien had. Wat in zijn kleine koppie natuurlijk ook zo was. Heel soms vonden we ’s ochtends een plasje in huis. Ook dat was een teken van de vorderende dementie. Vaak stond hij er sip en schuldbewust bij te kijken terwijl ik het zonder te mopperen opruimde. Ik gaf hem dan altijd even een extra knuffel, om hem te laten merken dat ik hem echt niets kwalijk nam.
De laatste weken ging het snel achteruit. Zijn hartje takelde af. Vocht achter de longen bemoeilijkte zijn ademhaling. Een paar kuurtjes met een vochtafdrijvend medicijn hielpen nog een beetje. Maar hij at steeds slechter. En werd zwakker. Afgelopen week wilde hij niet meer mee met zijn favoriete juf van de uitlaatservice. Liet hij zelfs zijn favoriete hapje (gekookte kip met rijst) staan. En wisten we dat we een moeilijke keuze te maken hadden. Uit liefde voor hem.
Zijn naam was Tof
Hondje, zijn echte naam was Tof, was een Jackhuahua. Een kruising tussen een Jack Russell en een Chihuahua. Een Jack op dunne pootjes die kon bibberen als een chihuahua als hij bang was of het koud had. Bang was hij zelden, ons Hondje van 7 kilo had de persoonlijkheid van een Deense Dog. Ik heb hem wel eens van een pitbull af moeten pulken… Alleen onweer en vuurwerk en andere harde knallen, daar had hij het niet op. Bij nachtelijk onweer kroop hij bibberend tegen ons aan (in elk geval toen hij nog niet doof was). De held. Eigenwijs was hij. Luisteren deed hij niet. Voor kunstjes was hij te dom (of deed hij in elk geval alsof). Maar hij was het allerliefste Hondje van de hele wereld.
We adopteerden hem in het Verre Warme Land, toen hij ruim 6 jaar oud was. Hij leefde niet op straat, maar wel op een plek waar hij niet kon blijven. Bij andere hondjes die hem niet aardig vonden, dus werd er gevochten en probeerde hij voortdurend weg te lopen. Bij ons kreeg hij alle aandacht, en dat beviel hem wel.
Ik ben erg blij dat hij de verhuizing naar Elders nog heeft meegemaakt. En nog een zomer in onze tuin heeft kunnen rondscharrelen. Het was zichtbaar dat hij genoot, en wij genoten van hem. Daarmee zal Huize Elders voor eeuwig ook zijn huis zijn. Het huis van Hondje.

Eten en Slapen
Aandacht was fijn… Als hij niet sliep, tenminste…. Ik schreef over zijn dagritme in een jaarlijks blogje over de schatten aan geld die hij gekost heeft en ook recent nog. ‘s Ochtends rond 06.30 liepen we altijd een rondje. Daarna ging hij liggen tukken tot de uitlaatservice hem kwam halen. Weer thuis rond 12.30, vermoeid door het harde werken in de roedel. Dus snel een snackje en daarna weer slapen. Tot een uur of 17.30. Dan was de eerste wel weer thuis van kantoor (of we werkten thuis), en kwam hij zich melden voor een wandeling. Na de middagwandeling wilde hij spelen, achter een balletje aanhollen, samen met mij aan een touw trekken. En iets lekkers in zijn etensbakje. Daarna weer tukken tot aan de avondwandeling, meestal rond een uur of 22.00 en met z’n drietjes. En daarna: slapen….
Eten… De meeste hondjes zijn er dol op. Niet ons Hondje…. Vaak gingen de brokjes alleen naar binnen als er iets lekkers van ons bord bij kwam. Daar was hij niet kieskeurig in. Doperwten, kaas, crème fraiche, kip. Dan lukte het wel. We zijn verschillende keren van voer gewisseld, maar elke keer waren de standaardbrokjes moeizaam. Het waren de extraatjes die het deden. En die enkele keer dat hij te dik werd ging hij zelf op dieet. Een week niet eten totdat hij weer op gewicht was. Ik zou willen dat het voor mij zo eenvoudig was geweest.
Hij gaf niet veel om speeltjes, één touw of tennisbal was genoeg. Maar hij had wel vier mandjes in verschillende kamers om in te slapen, en vier drinkbakjes. Als het koud was droeg hij graag een jasje om warm te blijven. Het liefst lag hij dicht tegen mij aan. ‘s Ochtends vroeg op schoot, opgekruld. Als het erg koud was kroop hij het liefst onder mijn dekbed en strekte zich uit, tegen mij aan. Het zijn momenten die ik koester. Momenten die er niet meer zullen zijn.
Vakanties waren niet compleet zonder hem. Jarenlang hebben we hem in een bench achterin de auto gezet. Meestal lag hij al opgerold te slapen voordat we de straat uit waren. Hij heeft zijn poot opgetild bij bomen in veel delen van Frankrijk. Vaak voelden we ons schuldig, want hij leek niet altijd op z’n gemak als we hem uit zijn omgeving en zijn dagritme haalden. Maar tegelijkertijd wilde hij altijd het liefst bij ons zijn. En hij genoot van de lange wandelingen die we maakten en de lekkere snackjes die hij kreeg. Of het nou gegrilde kip of eend of foie gras of hertenbiefstuk was, Hondje heeft het gegeten.
Wat we nooit oversloegen: de halfjaarlijkse controle bij de dierenarts en de jaarlijkse vaccinaties. Het heeft geholpen om hem lang gezond te houden. Hij heeft een respectabele leeftijd bereikt, zeker als je in ogenschouw neemt dat de eerste acht jaar van zijn leven letterlijk ‘tropenjaren’ waren in het Verre Warme Land.
Een echte vriend

Hondje was voor mij een echte vriend. Ik ben niet opgegroeid met honden of katten, Hondje was de eerste in mijn leven. De eerste periode na zijn adoptie, toen ik nog geen baan had in het Verre Warme Land en veel thuis was, maakte ons vrienden voor het leven. Hij laat een groot gat achter. Het zal vreemd zijn om thuis te komen zonder dat hij naar de deur toe dribbelt om mij te begroeten, of in elk geval even zijn kopje optilt uit zijn mand om te laten merken dat hij mijn thuiskomst heeft geregistreerd. Hij zal nooit meer enthousiast opspringen als ik roep ‘ga je mee?’, de vaste aankondiging van een wandeling. Er zijn lege plekken waar zijn mandjes en drink- en etensbakken hebben gestaan. Ik mis zijn geur. Vriendin zei altijd dat zijn pootjes naar Fritos roken.
Hondje heeft me vaak geholpen. Op moeilijke momenten in het Verre Warme Land. De eerste periode na terugkeer in Nederland, hij was altijd een tastbare herinnering aan onze tijd daar. Hij bracht elke dag wel een glimlach op ons gezicht. Hij voelde het feilloos aan als je je niet zo prettig voelde of ziek was. Dan was hij er voor je. Kwam bij je zitten. Gaf je een lik over je gezicht. Dat deed hij tot het allerlaatste moment. Het was onmogelijk om verdrietig te blijven met Hondje in de buurt. En hij was een voorbeeld hoe je met eenvoud en rust gelukkig en tevreden kunt zijn. Die herinnering koester ik.
De Regenboogbrug
Ik ben niet gelovig, of eigenlijk ben ik allergisch voor instituten die pretenderen een religie te vertegenwoordigen. Maar in de Regenboogbrug wil ik geloven. Ik hoop Hondje daar ooit terug te zien. We zijn enorm verdrietig, en dat zal nog wel even duren. Maar we troosten ons met de gedachte dat hij niet heeft hoeven lijden, en dat hij een mooi leven heeft gehad. En we koesteren de herinneringen aan de afgelopen bijna 11 jaren samen. Tot ziens, lief Hondje.
Geef jij jouw huisdier vandaag alsjeblieft even wat extra liefde? Ook namens Hondje?
