De heggenmus zien we hier in Elders regelmatig. Dit exemplaar zat onder één van de vetbollen die we hebben hangen, om de restjes op te pikken die de (nogal rommelig etende) koolmezen lieten vallen. We zijn het bijvoeren overigens aan het afbouwen, ondanks het feit dat we elke dag genieten van al die af- en aanvliegende vogeltjes. Met het naderende voorjaar moeten ze echt weer voor zichzelf en hun eigen voedsel gaan zorgen.
Ik heb ze gehoord en gezien. De eerste zingende merels. Het eerste ‘fiet-fiet’ geluid van de koolmees (we noemen dit hier ‘het fietspompje´). De bolletjes die hun groene blaadjes boven de grond steken. Het zijn de eerste voorbodes. Hopelijk is het ergste voorbij. En komt het voorjaar er aan. Het kan me niet snel genoeg gaan.
We weten dat ze er zitten, in de grote bomen rond ons perceel. Een koppel grote bonte spechten. Regelmatig horen we de kenmerkende roffel. En ook hun kenmerkende roep als er gevaar dreigt. Af en toe zien we ze vliegen. Een aantal snelle vleugelsagen en dan een soort duikvlucht met ingetrokken vleugels.
Nu het de afgelopen dagen zo koud was, kwamen ze zich af en toe tegoed doen aan de pinda’s en pindakaas die we in de tuin hebben hangen voor de vogels. Dat wordt de hele dag druk bezocht door mussen, mezen, onze roodborst, en af en toe een vink. Maar nu zag ik één van onze GBS-en. Het is een vrouwtje, want ze heeft niet de kenmerkende rode nekvlek van de mannetjes.
We zien hier ook regelmatige een Groene Specht. Maar die heb ik nog niet aan het poseren gekregen…
Vrijdag 13 september 2024 zagen we de laatste van dit jaar. Zwaluwen.
De hele zomer hebben we genoten van deze sierlijke vogels. We zagen ze dartelen boven de weilanden en de akkers, jagend op insecten. Hoogvliegend bij warm weer, lager vliegend als het koeler was. In onze omgeving hebben we boerenzwaluwen en huiszwaluwen.
Maar nu zijn ze weg. Vrijdagmiddag zag Vriendin er nog een paar vliegen boven het weiland. Maar na de koude nacht van vrijdag op zaterdag waren ze verdwenen. Vertrokken naar warmere oorden. Het weerbericht voor deze week, dat mooi zonnig nazomerweer belooft, hebben ze niet afgewacht. Het is een teken, de zomer van 2024 is echt voorbij.
Ik heb van het vertrek van de zwaluwen een aantekening gemaakt in mijn agenda. Dat zal ik weer doen als ze terugkomen om de zomer van 2025 in te luiden. De terugkeer van de zwaluwen, iets om naar uit te kijken.
Toen Elders nog een Geldnerd was werd in Geldnerd City het achtertuintje aangepakt. Van kale en deels versteende gras onkruidvlakte werd het, met hulp van een professioneel architect en veel eigen bloed en zweet en tranen, een schaduwtuintje met aangepaste beplanting. Onze stille hoop was dat we daarmee ook meer vogeltjes naar ons tuintje zouden trekken. Die hoop was grotendeels vergeefs. Begrijpelijk, want aan drie zijden werd ons tuintje begrensd door omringende huizen met vier woonlagen, en onze buren aan de andere kant kwamen niet verder dan een kunstgrasveldje. Een koppel nestelende duiven, regelmatig een ekster, en een enkele keer een merel, was het enige dat we wisten te trekken. Het werd iets beter toen we een vogel-fastfoodrestaurant openden en vogelpindakaas en pindanetjes ophingen. Mits wij zorgden voor continue bevoorrading kwamen er toen ook pimpelmezen en koolmezen, en een enkele keer zelfs een grote bonte specht, om een ‘vette bek’ te halen.
Hoe anders is het leven in Elders. Buitenaf wonen, open naar alle kanten, en heel veel schuilplekjes. Het leidt tot heel veel vogeltjes. Ik weet al van meer dan tien nestjes in onze eigen tuin. Met bijbehorende drama’s. De afgelopen maanden heb ik al twee dode jonge vogeltjes begraven. Maar er vliegt ook heel veel jong grut rond en uit. En soms blijft er eentje hangen.
De afgelopen periode viel ons een klein koolmeesje op. Duidelijk een jong. Hij zag er wat verfomfaaid uit, met pluizige veren die alle kanten op staken. En hij was mager. Duidelijk niet vooraan gezeten in het nest als de ouders weer een smakelijk hapje kwamen brengen. Meestal zat hij stilletjes op een tak. Maar hij is niet bang, hij kwam dicht in onze buurt om voedsel te zoeken.
We hadden nog wat netjes met nootjes uit Geldnerd City, en Vriendin besloot er eentje op te hangen. In een boom aan de rand van ons terras, minder dan twee meter van één van onze tuinzitjes (we hebben er meerdere). Iets waar ‘onze’ koolmees ons dankbaar voor is. Meerdere keren per dag komt hij even bij-eten.
We hebben onze koolmees uiteraard Wouter genoemd. En we hopen dat hij een vaste bewoner van onze tuin blijft. Zijn buikje is inmiddels wat ronder. Zijn verenkleed is nog steeds enigszins verfomfaaid. Wouter is een hij, dat zien we aan zijn stropdasje. Een heel gewoon vogeltje, de koolmees. Maar we zijn inmiddels erg gehecht aan onze Wouter.
In Geldnerd City stonden heel veel huizen. Toch zagen we er heel weinig huismussen. Dat is niet zo vreemd. Eind vorige eeuw is hun aantal drastisch afgenomen omdat de mens hun favoriete habitat (rommelige omgevingen) drastisch opruimde.
Hier in Elders is het nog wel rommelig genoeg voor ze. En hier zien we ze dus vaker. Op diverse plekken onder onze dakpannen zitten nestjes. De afgelopen weken zagen we groepjes jongen vliegles krijgen en druk schetterend over elkaar heen buitelen. Gezellig.
Roodborstje, oftewel Erithacus rubecula. In zijn snavel een insect dat ‘ie net gevangen heeft. Vermoedelijk heeft het dier een nestje in de heg op de achtergrond. Maar daar stoor ik ze uiteraard niet.